dinsdag 4 juli 2017

De veste en haar wachters - 2.1

Vrijdagochtend 20 januari 2017. Zoals afgesproken krijgt mijn zoon telefoon van de behandelend neuroloog. Zij zegt tegen hem dat alle verdere onderzoeken niets hebben uitgewezen, dat de verdenking nu echt ligt bij hersenkanker. Een nucleaire scan en een hersenbioptie zijn nodig om uit te zoeken wat het precies is. Pas dan kan de juiste behandeling ook ingezet worden. Afsluitend wordt gezegd: "Dan maak ik de verwijzing in orde en stuur die straks meteen door naar dat ziekenhuis. Je kunt a.s. maandag of dinsdag een oproep per post ontvangen, het telefoonnummer in de brief moet je meteen bellen. Ik verwacht dat je donderdag of vrijdag al terecht kan".


Het hoge torentje

Na dit telefoontje ziet mijn zoon tegen de nacht en het weekend op, want hij is bang.
Hij neemt contact op met de poli en vraagt of hij een recept kan krijgen voor iets waar hij rustiger van wordt. Dat mag. Maar... wil hij het nog vóór het weekend in huis hebben?
Dan moet dat even via de huisarts. Wanneer hij de assistente aan de lijn heeft, en vraagt of hij de dokter even kan spreken? Zegt ze: "Dat kan nu niet, de dokter heeft spreekuur!". "Kan de dokter mij dan zometeen even tussendoor bellen?", vraagt mijn zoon. De assistente (met wie ik al eerder in de clinch lag) begint opnieuw van haar hoge torentje te blazen! Zij staat op de speaker, en zegt vrij luid en pinnig: "Je kunt de dokter niet zomaar aan de lijn krijgen, hij heeft spreekuur!". Dan moet er maar een afspraak voor volgende week... of dat de dokter na het weekend... blablabla.

"Maar..., u weet misschien nog niet wat er met mij aan de hand is?, en wat ik net te horen heb gekregen? Daarom is het wel nodig dat ik zometeen de dokter 'nog' even aan de lijn kan krijgen", zegt hij.

De assistente vervolgt pinnig...
"En ik weet heel goed wat er met jou is, want al die informatie krijgen wij hier ook meteen binnen van specialisten!".

Mijn zoon probeert haar uit te leggen waar het om gaat, en dat dit op aanraden van het ziekenhuis toch even via de huisarts moet. Hij komt er telkens moeilijk tussen.


NEE, dat weet je niet

Ok! Nu plof ik! Dit is het toppunt! Ik kom overeind en hang nu met mijn mond vlak boven het toestel van mijn zoon, en zeg boos: "NEE, DAT WEET JE NIET! JE WEET NIET WAT ER IS! Hij is bang want hij heeft net iets gehoord wat jullie nog niet kunnen weten! De specialist denkt aan hersenkanker, en men wil biopten uit zijn hersenen nemen! Wil jij de dokter vragen hem even te bellen! En als dat niet kan, of hij het recept kan ondertekenen?". Ik hoor haar vaag zeggen (van schrik denk ik) "Jezus mens". Ze hervat zich, en zegt dan met een heel andere toon: "Ik wil de dokter wel vragen een recept uit te schrijven, maar ik denk dat de apotheek daar niet zo blij mee is. En ik weet ook niet of die het nog wel wil klaarmaken en meegeven?". Ik zeg: "Dat zie ik dan daar wel, de apotheek heeft niet zoveel te willen lijkt mij.". Gelukkig krijgt mijn zoon nu iets ter ondersteuning voor de komende 'bange' dagen.
Voor nu is het wachten op de brief!





Geen opmerkingen:

Een reactie posten